Visite Nr. 2 bij de NZa
Het lijkt het “NZa-kostenonderzoek huisartsenzorg” wel….
Op 7 oktober jongstleden werd de tweede hoorzitting gehouden. Te gast bij 3 vriendelijke juristen, klinkt heavy: senior jurist. Werd opnieuw gevraagd: waarom ik niet in november 2008 de enquête invulde als ik toch wist dat ik in december 2008 afwezig was.
Daarmee nog steeds miskennende de serieuze en grondige kritiek die er op het kostenonderzoek was en dat tot diep in januari 2009 er op aangedrongen werd het onderzoek aan te passen en de NZa niet reageerde en weigerde.
Je vraagt je dan af: wat doe ik hier, samen weer met Francien Rense, advocaat van de NZa-Projectgroep, behalve mijn tijd verspillen? Lezen ze de stukken wel, zijn ze wel geïnteresseerd? Van een senior jurist zou je dat toch wel mogen verwachten? Keep on dreaming.
Wat ter tafel kwam:
Kostenonderzoek
Als maar vaak genoeg gesproken wordt van “kostenonderzoek” dan gaat daar een soort ontologische werking van uit: men roept iets op met beeldspraak en als het maar vaak genoeg herhaald wordt, dan wordt het een “ding”; een ‘feit” zo U wilt. Daarmee gaat dat “ding” haar eigen bestaansrecht krijgen.
Als de verschillende partijen, NZa, huisartsen, juristen en journalisten over het “kostenonderzoek” blijven praten dan ga je immers geloven dat er zoiets als een kostenonderzoek is. Mijn stelling is namelijk dat wat de NZa als “kostenonderzoek huisartsenzorg” definieert helemaal geen kostenonderzoek is. Daar heeft later de rechter bij het CBB nog een moeilijke kluif aan: hoe moet ik straks veroordeeld worden voor een feit dat niet bestaat?
Aan de brief gericht van collega Roelof Moes duikt de Ombudsman enigszins opzij: ‘t onderzoek zou te lang geleden geweest zijn en uitvoering opzet zijn beleidsmatige keuzes waar de Ombudsman zich niet over uitspreekt. Maar waarom zou de kwaliteit en de opzet van een onderzoek (los van de politieke/beleidsmatige consequenties ervan) geen aanleiding kunnen/mogen zijn van een nader onderzoek? Als een onderzoek onderzoekstechnisch niet goed in elkaar zit, dan beantwoord het immers ook niet aan de beleidskeuzes die door de NZa gemaakt en aan de minister geadviseerd worden. En die jaren lang na dato doorwerken op de zorg voor de burger.
De Wassen Neus criteria
De NZa is autonoom in het stellen van criteria. Het mooiste criterium in het “NZa-kostenonderzoek” om vrijstelling te krijgen is “langdurige ziekte”. Wie in juridisch medisch zin mij haarfijn kan uitleggen wat dat is? Ik hoor het graag. Het is een criterium dat namelijk niet eens bestaat. Een criterium dat bestaat is arbeidsongeschiktheid waarin de mate en duur door ziekte wordt bepaald.
Als je dus door een kortdurende ziekte een paar weken uit de roulatie bent heb je dus volgens het criterium Pech? Mogen ze wat mij betreft bij de Rechter gaan uitleggen.
Boete te laag?
Als van te voren de huisartsen wisten van de hoogte van de boete zouden ze al helemaal niet met het “onderzoek” hebben meegewerkt vertelde ik ze maar waarop de NZa-Jurist vroeg: was de boete te laag? Nee Ik ga niet over de hoogte van de boetes maar je hoeft geen rekenwonder te zijn dat alleen om economisch reden men niet zou meedoen aan het “onderzoek”. Immers: de kosten die huisartsen gemaakt hebben en de tijdsinvesteringen(tot bijna 100 uur) overtreffen vele malen het boetebedrag.
Wordt vervolgd….