Brief #3 aan Inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg

De Inspectie voor de Gezondheidszorg
t.a.v. Prof. dr. G. van der Wal, 

Inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg 

Postbus 2680
3500 GR Utrecht  

 Heerhugowaard, donderdag 16 juni 2011 

Onderwerp:           Klacht over de reactie van IGZ d.d. 1 en 6  juni 2011 op de brief van ondergetekende d.d. 24 mei 2011 

Herhaald verzoek tot in behandeling nemen klacht en vragen verwerkt in brief van ondergetekende d.d. 24 mei 2011 en 5 juni 2011 die nog steeds onvoldoende beantwoord zijn door de brief van ambtenaar H ter Steege(Programmaleider eerstelijnszorg) ook niet in de brief van 6 juni 2011 die de brief van ondergetekende d.d. 5 juni kruist. 

Uw Kenmerk:  IGZ/JHZ/GO 2011-324036Geachte Professor, 

Met formeel verschuldigde eerbied brengt ondergetekende U het volgende opnieuw onder Uw aandacht. 

“Lees maar, er staat niet wat er staat”, is de veelzeggende titel van een bekende bloemlezing uit de gedichten van Martinus Nijhoff. De kunst te lezen wat er niet staat -maar wat er daardoor óók, tóch of misschien juist wel staat is een kunst die lijkt te verdwijnen. Snellezen: springen van kernwoord naar kernwoord, vlug (en vluchtig) onderstrepingen in een tekst doornemen, de blik laten gaan over kopjes boven paragrafen, dat leren mensen tegenwoordig. Te lezen wat er staat én wat er niet staat kost veel tijd en een flinke dosis plezierige achterdocht. Zulk lezen is slenterend lezen:
bedachtzaam, bereid zo nu en dan ergens bij stil te staan, maar toch doorlopend oplettend. 

Ondergetekende bevestigt de ontvangst op donderdag 16 juni 2011 van Uw brief gedateerd 14 juli 2011 en constateert ook dat er geen bijlage met de brief werd meegestuurd over de klachtenprocedure bij de IGZ; dit werd als zodanig wel vermeld in de brief van 14 juli 2011. Hij stelt het zeer op prijs deze alsnog te mogen ontvangen. Dit laat onverlet dat de huidige brief die U nu onder ogen heeft in reactie op de brief d.d. 5 juni 2011 van H ter Steege(Programmaleider eerstelijnszorg) als aanvulling op eerdere geschriften van ondergetekende aan U kenbaar wordt gemaakt en als zodanig aan het dossier dient te worden toegevoegd. 

Ondergetekende verzoekt U slenterend de voorafgegane correspondentie met ambtenaar H ter Steege te herlezen, de hierna navolgende tekst te absorberen en erop toe te zien dat de vragen en klachten, zoals eerder verwoord en aangevuld in de brief d.d. 6 en 16 juni 2011, serieus beantwoord worden. 

Antwoord IGZ op vraag 2 is schrijvers inziens obscuur en onvoldoende. 

Onderbouwing van het antwoord door IGZ op ondergetekende zijn vraag heeft alle schijn tegen m.b.t. betrouwbaarheid. De adressengids van Bohn Stafleu van Loghum en ook www.kiesbieter.nl waren geraadpleegd? Aldus beweert H ter Steege. 

De spoednummers van de praktijken zijn niet te vinden in de Geneeskundige Adresgids van BSL en ook op www.kiesbeter.nl ontbreken deze. 

Aanvullende vragen in reactie op de onderbouwing van het antwoord door IGZ m.b.t. vraag 2: 

Aanvullende vraag 2a: Op welke wijze zijn de spoednummers van de overige 2700 praktijken verzameld? 

Aanvullende vraag 2b: Hoe is gecheckt of dit inderdaad de juiste nummers waren? 

Aanvullende vraag 2c: Op welke wijze is 100% gegarandeerd dat vervolgens de juiste nummers gebeld zijn? 

Aanvullende vraag 2d: Hoe is de selectie van nummers in 2008 geweest? De ogenschijnlijke transparantie en openheid die IGZ nu betracht(en waarvoor dank) geeft NU ook reeds alle ruimte voor twijfels over de juistheid van de conclusies van dat onderzoek. Dat het LHV bestuur die voor zoete koek heeft geslikt is voor rekening van dat bestuur. 

Idem voor antwoord op vraag 7. 

IGZ ambtenaar ter Steege tracht hier, tot tweemaal toe, klinkklare onzin te verkopen.  

Ten eerste: de berichtgeving van mijn Collega’s antwoordapparaat, wiens nummer werd gedraaid, maakt aan het begin meteen kenbaar(net als die van ondergetekende trouwens) dat het zijn praktijk was. 

Ten tweede beweert ondergetekende niet, in weerwil van de suggestie door de IGZ ambtenaar, dat er onder het gebelde nummer geen huisartsenpraktijk was. Ondergetekende schreef Eenieder die dat nummer belde en enig Nederlands verstaat kon n.l. horen dat dit geen nummer van deze huisartsenpraktijk was.” 

Klacht, voor het geval u deze niet herkende: de registratie klopt niet qua inhoud en IGZ dicht ondergetekende een bewering toe die nergens in zijn vorige schriftuur te bespeuren valt. 

Aanvullende vraag 7a: Synovate  mag dan wel gecertificeerd zijn maar wat heeft deze opmerking als betekenis? IGZ neemt voetstoots aan dat ze dan ook kwaliteit leveren? Medewerkers Synovate  hadden twee maal kunnen horen dat dit geen Huisartsenpraktijk Mitrasing was! 

En bij  eigen waarneming door IGZ “achteraf”(derde check!) had IGZ kunnen constateren dat de meldtekst van het antwoordapparaat van mijn collega’s praktijk wel correct is maar daar meldt IGZ niets over; dat laat IGZ gewoon weg. 

Aanvullende vraag 7b: hoe is de selectie van Synovate tot stand gekomen? 

Idem voor antwoord op vraag 9. 

Schoorvoetend geeft Uw IGZ-ambtenaar toe dat een eerdere check van de data beter was geweest maar deze maakt in de brieven niet kenbaar waarom de brief in de Mei-vakantie werd verstuurd en waarom er vóór 16 mei 2011 door huisartsen gereageerd diende te worden. 

Ondergetekende krijgt geen antwoord op de vraag: “Waarom ondergetekende vóór 16 mei moet reageren wordt ook helemaal niet gemotiveerd kenbaar gemaakt: zijn er epidemieën of andere rampen op komst die de bereikbaarheid van ondergetekende na de 16de zullen problematiseren? Of ligt er een boete in het verschiet? Of? Vanwaar deze haast?” 

Idem voor antwoord op vraag 10. 

Ondergetekende constateert n.a.v. zijn gemelde casus, dat de dubbele check van Synovate geen garantie is op absolute zekerheid (in het verdere verloop van deze brief wordt dat weer toegelicht). 

Idem voor antwoord op vraag 11. 

Sensitiviteit en specificiteit bij het juiste nummer is zoals eerder al geduid niet 100% want het gaat niet alleen om de vraag of het juiste nummer wel gebeld is maar of de degene die registreert ook alles juist registreert. 

In het onderhavige geval is zowel het verkeerde nummer gebeld en klopt de beweerde(gehoorde) registratie niet. In antwoord op vraag 12 stelt IGZ dat met Synovate een maximum fouttolerantie van 5% is afgesproken. 

Aanvullende vraag 11a: wat heeft dat voor gevolgen voor de bewering van IGZ m.b.t. sensitiviteit en specificiteit? 

Aanvullende vraag 11b: wat is eigenlijk de betekenis van “een maximum fouttolerantie van 5%”? 

Aanvullende vraag 11c: heeft ter Steege eigenlijk wel enig onderwijs over statistiek genoten? Of is dit antwoord gesouffleerd door Synovate en blindelings overgenomen? 

Aanvullende vraag 11d: wat bedoeld IGZ met het begrip “veldnorm”. Dit woord komt niet in “Het Groene Boekje” of “Van Dale Woordenboek” voor en ook niet in een jaarverslag van het instituut “de LHV” waar IGZ zo graag in haar onderbouwing naar verwijst. Op de e-mail-discussielijst onder huisartsen heeft niemand kenbaar kunnen maken dat deze ‘veldnorm’ in het veld is besproken. 

Met een beroep op de WOB als ultieme middel(indien nodig), verzoekt ondergetekende IGZ hem de documenten te doen toekomen die zonneklaar duidelijk kunnen maken dat er zoiets als een “veldnorm” bestaat; zowel m.b.t. de 30 seconden bij spoed, “2 minuten” als de “10 minuten”. Huisartsen worden steeds transparanter en van een Overheid die haar burgers pretendeert te dienen mag ondergetekende ook enige reciprociteit verwachten. Ondergetekende vermoed, maar weet uiteraard niet zeker, dat de LHV geen bezwaar zal maken tegen een dergelijke publicatie. 

Idem voor antwoord op vraag 13. 

Deze vraag was: “Wie test/screent maakt fouten en welke huisarts is dan de “gelukkige” om beboet te worden bij een oncontroleerbare fout van IGZ waarbij de omgekeerde bewijslast niet kan worden aangeleverd?” 

Uw ambtenaar beweert “onomstotelijk, op ambtseed onderbouwd vastgestelde gegevens” maar testmethoden én testresultaten kijken niet naar titels en overige eerbewijzen maar blijven gevoelig voor fouten. De eed van Hippocrates is immers ook geen garantie op het voorkomen van fouten en dwalingen door medici; de noodzaak van een goed functionerende IGZ is onbetwistbaar wat ondergetekende betreft. 

De enquête onder huisartsen, gedaan door Huisarts Vandaag, laat zien dat “29,1% van de praktijkhoudende respondenten niet gebeld is, noch via de spoedlijn noch via de normale lijn. Het is mogelijk dat deze praktijken ‘onbereikbaar’ waren of in gesprek of dat een verkeerd telefoonnummer is gebruikt. Ook is het mogelijk dat niet duidelijk is gemaakt dat de oproep van de IGZ afkomstig was.” 

Aanvullende vraag  13a: hoe verklaart IGZ dit verschil?  

Normale oproepen worden volgens de IGZ in ruim 30% van de praktijken niet binnen de “norm” van 10 minuten beantwoord. Onder de briefontvangers krijgt slecht 2,8% een opmerking over de normale oproep. Hoe verklaart IGZ dit? 

Het grote verschil is niet te verklaren door de grootte van de onderzochte groep op dit vlak; 25% van de praktijken. Ook hier wil ondergetekende opmerken dat de “norm van 10 minuten” niet slecht dubieus maar eerder triviaal is. 

Aansluitend op vraag 14 en refererend naar de reactie bij 11b: Ondergetekende verwacht van IGZ openbaarmaking van de stukken waaruit de “belangrijke inspanningen” van de LHV blijken. Daar heeft “het veld” recht op; en onder “veld” verstaat ondergetekende: de huisartsenpraktijkhouders, de eindverantwoordelijken voor de huisartsenzorg in Nederland.  

Aansluitend op reactie IGZ op vraag 16. 

Als die beroemde ‘veldnorm” daar niets over zegt betekent het nog niet dat IGZ daar niet naar dient te kijken. IGZ toets geen telefonisch bereikbaarheid zoals de titel van het rapport dus suggereert maar een bijzondere “veldnorm”. IGZ bevestig dus ook, bij afwezigheid van een expliciet antwoord, dat ze niet over randvoorwaarden van bereikbaarheid gaat. 

Aansluitend op reactie IGZ op vraag 17. 

Wat bedoelt IGZ met het uitbannen van “eventuele rechtsongelijkheid”? Wat heeft dat met bereikbaarheid te maken? Huisartsen hebben een permanente zorgplicht en patiënten een permanent zorgrecht. 

Aansluitend op reactie IGZ op vraag 18. 

Blijft IGZ volhouden dat de discrepantie in resultaten tussen de enquête door Huisarts Vandaag en het IGZ rapport geen reden zou moeten zijn om terughoudender te zijn in uw mediabeleid? 

Aansluitend op reactie IGZ op vraag 19. 

IGZ constateert schoorvoetend op 6 juni 2011 dat het foutenpercentage te hoog is en beter had gekund wat betreft de onderzoeksdatabase waarvan acte. 

Edoch: wat betekenen de resultaten van de enquête van Huisarts Vandaag(publicatie datum 9 juni 2011) nu voor de uitvoering van een dergelijk onderzoek? Neemt IGZ de resultaten van een dergelijk enquête onder huisartsen wel serieus? Treedt IGZ in overleg met de makers van de enquête van Huisarts Vandaag? Zo nee: waarom niet? 

Het zou een eufemisme zijn om te constateren dat het IGZ-onderzoek in de uitvoering  ook beter had gekund maar IGZ lijkt te krabben waar het niet jeukt. 

En laat ondergetekende duidelijk zijn: indien een huisarts een medisch fout maakt komt hij bij de Tuchtraad en deze oordeelt over de zwaarte van de fout. 

De IGZ komt niet verder dan een stapel “excuusbrieven”? 

In afwachting van uw reactie, dankend voor de getoonde moeite mee te slenteren en met formeel verschuldigde eerbied tekenend. 

G.K.Mitrasing, huisarts 

Hortensialaan 162 

1702 KJ Heerhugowaard 

CC: VP huisartsen, LHV, Huisarts Vandaag, De Nationale Ombudsman, overige media en politiek  

Bijlage:          Brief d.d. 6 juni 2011 van H ter Steege -Programmaleider eerstelijnszorg IGZ 

                         Brief d.d. 14 juli 2011 van Prof. dr. G. van der Wal,Inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg 

                         Resultaten van de enquête naar de ervaringen van huisartsen inzake het IGZ-onderzoek naar de bereikbaarheid van hun praktijk –                          HuisartsVandaag 9 juni 2011

Comments are closed.