Rechter vond dat de NZa er voor ruim 200 miljoen Euro naast zat.
In het recente vonnis van 31 augustus, aangespannen door de Apothekersvereniging KNMP, kwam de rechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) tot oordeel dat naast het norminkomen er geen winst uit onderneming was, zoals de NZa stellig beweerde.
Krabbelde in dit proces de NZa terug van 112 naar 38 duizend euro; het College oordeelde dat deze marge niet meer dan 3000 Euro kon zijn tot nihil. Het “NZa-onderzoek” betrof ruim 1900 Apothekers. Een simpele rekensom levert een bedrag op van meer dan 200 miljoen Euro.
Wat betekent dit nu weer voor de zorg? Terwijl ziekenhuizen met toestemming van VWS en NZa zijn gaan experimenteren met winst uit onderneming wordt deze bij de apothekers geschrapt. Ziekenhuizen kunnen dus een vermogen opbouwen en zo bijdragen aan de continuïteit van de zorg. De individuele apotheker daarentegen kan dit dus niet en mag gaan bedelen bij de NZa en het verzekeraarskartel. Gaan apothekers dit collectief doen is er grote kans op afstraffing door de andere waakhond: de NMA.
In een ingezonden stuk (FD,16/08/2010) dat tot op heden niet door de NZa is becommentarieerd worden 2 accountantrapporten (één in opdracht van de NZa NB!) besproken waaruit blijkt dat specialisten helemaal geen 700 miljoen euro te veel aan DBC’s hebben gedeclareerd. Inmiddels denkt VWS de specialisten alsnog in 2011 en 2012 te korten.
Maar er is meer: in haar reactie op de recente uitspraak van het CBb komt de NZa met de bekende “mantra” dat ze staat voor adequate tarieven die in het belang van de consument zijn. Wat bedoelt de NZa hiermee? Eigenlijk niets. Of het geld doelmatig is besteed lijkt voor de NZa niet van belang. Daarbij houdt de NZa geen rekening met wat patiënten, zorginstellingen of zorgverleners doelmatig vinden. Met het gehanteerde tariefsysteem wordt geen rekening gehouden met de dagelijkse klinische realiteit.
VWS en schoothondje NZa, zien geen van beiden in dat het huidige DBC-systeem heeft geleid tot fragmentatie van de zorg met grote gevolgen voor patiënten met meer dan één ziekte. En het aantal patiënten met meerdere chronische ziekten neemt de komende jaren alleen maar toe.
Hoeveel procent van een “adequaat tarief” wordt besteed aan het gezondheidszorgpanopticum: controleapparaten, dure managers en tussenlagen om dit allemaal in stand te houden? Tweederde van de mensen werkzaam in de zorg ziet geen patiënt!
En de jaarlijkse administratiekosten van meer dan één miljard Euro, die verzekeraars bij de burger in rekening brengen, hebben we niet eens meegerekend.
De Tweede Kamer is gewaarschuwd: de Algemene Rekenkamer constateerde dat de onzekerheden en fouten in het financiële jaarverslag van VWS oplopen tot meer dan 664 miljoen. Dat lijkt dus, voor media en burger, uit een minder verdachte hoek dan een kritische noot van een apotheker, huisarts of specialist.
Eén van de belangrijkste foutenbronnen is gauw aan te wijzen en te corrigeren: de NZa niet meer te verzoeken delen van de budgettaire kader zorg (BKZ) uit te rekenen.
Wanneer komt er een stevig gesprek tussen de Tweede Kamer, VWS en NZa? Goede financiering van de Nederlandse Gezondheidszorg is niet gebaat bij maandelijkse nieuwe inzichten (=luchtballonnen) van deze partijen.
donderdag 09 september 2010